Boostervaccin voor mensen <65 heeft géén aantoonbaar nut.
De meest recente data van Sciensano geven het verschil weer met betrekking tot de hospitalisatie en de opname op intensive care van personen met een verschillende vaccinatiestatus.
In hun bespreking en in de pers wordt benadrukt dat de vaccins én de booster werkzaam zijn voor volwassenen, maar de data vertellen ook iets anders.
Voor personen jonger dan 65 jaar is het effect van de booster (in vergelijking met 2 prikken) op hospitalisatie 2% (net niet 0) en voor de opname op intensieve ‘niet aantoonbaar’. Dat ‘niet aantoonbaar’ zou bovendien wel eens verdoezelend taalgebruik kunnen zijn, want uit de gegeven percentages blijken de ‘volledig gevaccineerden’ (waarmee ze bedoelen 2 dosissen, maar geen booster) het zelfs beter te doen dan de personen die ook een booster hebben gekregen (cijfers in vergelijking met ongevaccineerden).
Ten opzichte van de bescherming tegen hospitalisatie en intensieve zorg door de eerste2 prikken (die er wel degelijk is) biedt de booster dus blijkbaar geen meerwaarde.
We stellen dan ook de pertinente vraag waarom er nog wordt geboosterd en waarom er zelfs nog maar gedacht wordt aan een booster voor de 12-17 jarigen?
De WHO heeft overigens ook geadviseerd tegen de booster van jongeren. https://www.reuters.com/business/healthcare-pharmaceuticals/who-says-no-evidence-healthy-children-adolescents-need-covid-19-boosters-2022-01-18/
Aanvulling:
Waarom men 'niet aantoonbaar' invult als het negatief is, is niet duidelijk (maar misschien hebben ze wel criteria). Uiteraard gaat het om kleine cijfers, de verschillen zijn allicht niet significant verschillend van 0. Echter, als het verschil licht positief is, wordt dit wel vermeld. Als de cijfers te klein zijn om iets te besluiten, dan kan je niéts besluiten en kon de hele tabel over intensieve zorg weg.
Reken je zelf of met de percentages of met de getallen uit de grafiek, dan geeft het toedienen van een booster bovenop een vaccin voor de leeftijd 14-65 een negatieve daling (een toename dus) voor opname op intensieve van +17% tot +19% (spreiding door afronding van de data in rapport).
Gaby Deckmyn